Een externe opdracht motiveert meer

In de lesboeken blijven begrippen vaak zo abstract dat leerlingen er weinig gevoel bij krijgen. Een opdracht van een expert van buiten de school kan dat helpen oplossen, zegt André Wagener van het Strabrecht College in Geldrop. “Het is de beste manier om leerlingen te motiveren.

In een mavo-3 klas is het niet altijd even makkelijk om theoretische begrippen of onderzoeksvaardigheden puur en alleen uit een lesboek op te doen. De combinatie tussen een externe opdrachtgever en een begeleider van school is daar de oplossing voor. Met een realistisch probleem uit een herkenbare praktijk komen al die abstracte begrippen uit het lesboek ineens tot leven. Met als gevolg dat de leerlingen als heuse adviesbureaus niet alleen zinnig werk doen maar gaandeweg ook nog eens de verplichte stof tot zich nemen.

In het onderwijs zijn we altijd op zoek naar manieren om onze kinderen te motiveren. En wat ik daarbij merk is dat een opdracht van buiten daarvoor het beste werkt, dan vinden ze het leuk om te doen. Maar de truc is dan wel hoe je de diepte in kunt, hoe ik het vak er in kwijt kan. In dit project werkte dat precies zo. De school had al contact met Richard Pors van Heerenhuys23. We hebben elkaar opgezocht vorig jaar en eigenlijk klikte het meteen. We hadden allebei weinig tijd dus zijn we gewoon begonnen.

Hij had net zijn restaurant gekocht, wilde vernieuwing, had ruimtes over, wilde onder andere het cafégedeelte verbeteren. En ja, hij had wel wat opdrachten die hij met mijn drie derde klassen mavo wilde delen. Als voetbalcoach kende hij die leeftijdsgroep ook goed dus dat maakte het voor hem extra leuk. We zijn, na een inleiding in de klas, met alle leerlingen bij hem langs geweest voor een rondleiding en vervolgens zijn we aan de slag gegaan met een mix van zijn verzoeken en de theorie die ik erin wilde hebben. Het kon dus niet alleen maar gaan over pakweg de inrichting van de biljartzaal, er moest ook gedacht worden aan zaken als verhoging van de omzet of de productiecapaciteit, de marktbehoeften en de aanwezige concurrentie. Het blijft tenslotte een economieles.

“Geen enkel idee is te gek”.

De combinatie tussen hem en mij pakte goed uit. Pors benadrukte telkens dat geen enkel idee te gek was en ik zorgde ervoor dat ze alles helemaal goed bleven uitzoeken en de theoretische onderbouwing bleven leveren. En dat ze hun aannames bijvoorbeeld met een gebruikersonderzoek of een enquête op Facebook probeerden te onderbouwen of weerleggen. Want de adviezen moesten natuurlijk wel tot een winstgevende business kunnen leiden. En het moest ook juridisch kloppen: als er alcohol geschonken wordt zijn er bijvoorbeeld leeftijdsgrenzen waarmee rekening moet worden gehouden.

De 24 groepen kwamen uiteindelijk als heuse adviesbureaus met hun eigen oplossingen. Een sigarenkamer, een dartcompetitie, een waterpijp-project, een flexibele tribune om samen naar voetbalwedstrijden te kijken, om er maar een paar te noemen. Een groep had verzonnen om iets met gedeelde vergaderruimten te doen. Maar hun onderzoekje onder de Geldropse middenstand toonde aan dat daar geen behoefte aan was. Hevige teleurstelling natuurlijk, maar dat hoort erbij. Ook een advies om iets niet te doen kan goed zijn tenslotte.

De lessen met Richard Pors waren zo leuk dat ik op een gegeven moment onze teamleider erbij heb gehaald. Ook de ouders lieten blijken erg mee te leven met dit project. En die restauranthouder was ook blij; niet alleen vanwege de adviezen die hij kreeg maar natuurlijk ook omdat er drie keer 30 leerlingen over de vloer zijn gekomen. Die vertellen er allemaal thuis over en wie weet wat dat nog oplevert.

“Mijn rol is veranderd van iemand die constant zoekt naar manieren om te motiveren naar een begeleider die af en toe bijstuurt.”

We gaan dit zeker vaker doen, de plannen voor dit jaar staan al in de steigers. De waarde zit er echt in dat al die economische begrippen die ze in de les krijgen ineens niet meer zo abstract zijn; ze krijgen er veel meer beelden bij nu. Ook het onderdeel presenteren geeft iets extra’s. Over een onvoldoende voor een proefwerk halen ze soms hun schouders op, maar met je mond vol tanden voor een klas en je opdrachtgever staan, dat wil toch niemand. Ze leren onderzoeken, interviewen, logisch nadenken, problemen oplossen. En mijn rol is veranderd van iemand die constant zoekt naar manieren om te motiveren naar een begeleider die af en toe bijstuurt. Kortom, een welkome aanvulling.”

Groeiboek

Het doel van dit boek is om deze ervaringen en kennis overdraagbaar te maken, zodat meerdere scholen hiervan gebruik kunnen maken.

Door kennis te delen en voort te bouwen op elkaars kennis, kun je als Brainport Scholen efficiënter werken.

Download Groeiboek